Column

Lassus: Boef

Wagner – boekenkasten vol zijn er over hem geschreven, en nog steeds is het eigenlijk niet mogelijk de onaangename klem te verklaren waarin zijn muziek zo velen weet te nemen.

Ik schrijf dit na het horen van een pianobewerking voor vier handen van de Siegfried Idyll uit de opera Siegfried, de derde van de vier avondvullende opera’s (op eigen verheven, maar tweederangs libretto’s die samen een wereld van onzinnige Germaanse mythologie vormen) die samen de Ring der Nibelungen heten. Het zijn maar een paar motieven en thema’s waar hij ons mee weet bezig te houden, maar het is net als een verslaving, je verlangt steeds weer naar die paar vileine akkoordopvolgingen, melodieën zonder einde, en je krijgt ze ook, dat is het mooie.

Dat hij niet deugde, dat weten we zo langzamerhand wel, een antisemiet en een klaploper, en allebei niet zo zuinig ook. Toch betwijfel ik of het die wetenschap is die ons zo dubbelzinnig tegenover zijn geniale, maar zowel afstotende als fascinerende muziek doet staan. Muziek, het is toch een kunst die boven goed en kwaad staat, of zou je er toch de grondmotieven van het karakter van de componist uit kunnen horen?

Het is een oude, onbeantwoorde vraag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Privacy Preference Center