Column

Lassus: Bons

Ze heeft de bons gekregen. Gisterenavond maakte hij het uit. Hij heeft een andere dame—en wil die al heel gauw trouwen. En daar zit ze nu, mooi, dat wel, maar ook droevig en boos. Zal ze hem nog een keer bellen?

En waarachtig, dat doet ze. En dan is het, met onderbrekingen en afbrekingen, een uur lang woede, verdriet, janken, flemen, alles wat er bij hoort… nee, je krijgt je brieven niet terug, ik wil niet dat je weer in dat hotel slaapt waar wij… zie ik je toch nog eens… als vrienden… waar ben je dan vandaag… kunnen wij niet… maar waarom dan toch… we waren toch… weet je nog, toen in Versailles… je weet niet wat ik me zal aandoen… het snoer van de telefoon…

Een uur lang, echt waar. Daar wil je niet bij zijn, het gaat je niet aan en het helpt niet, dat weet je vooraf. Maar Francis Poulenc, de vreemde snuiter, heeft met La voix humaine een werkelijk onvergetelijke solo-opera op de briljante monoloog van Jean Cocteau gecomponeerd. Het Franse telefoonnet was een eeuw lang het slechtste ter wereld, verbindingen werden plotseling afgebroken en moesten door tussenkomst van telefonistes worden hersteld. De xylofoon geeft wel tien keer het geluid van de telefoon die overgaat. Alle emotie, het hele spectrum wordt door de prachtige instrumentatie, door de kleine, soms licht-ordinaire melodieën, maar meestal alleen door geraffineerde motiefjes uitvergroot.

Alles, alles kan door muziek worden uitgetild boven het persoonlijke, het eenmalige en geplaatst in een universeel licht dat voor ons allen schijnt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Privacy Preference Center