Niet dat Lassus er genoeg van heeft, maar toen hij vanmiddag in het radioprogramma ‘Diskotabel’ de cantate Ich habe genug hoorde, wist hij het weer (je moet er af en toe aan herinnerd worden): Bach is misschien wel de grootste.
Want daar zitten in zo’n uitzending dan wel vier heren met elkaar te praten over de vraag of de opname niet te ruim is, of de sopraan te veel of te weinig vibrato heeft, en of het tempo niet te hoog of te laag ligt – maar allemachtig, dat is toch allemaal gezeur in het licht van de letterlijk (ja, letterlijk) hemelse muziek die je hier mag horen!
Dat deze muziek überhaupt bestaat is toch eigenlijk een wonder, het kan toch niet anders dan dat je je door aandachtig luisteren naar deze klanken (ondertussen geen krantje lezen, geen spelletje met kinderen doen, geen koffie drinken of met je mobieltje klieren: alleen, alleen luisteren) aan Bachs zijde schaart in het geloof in onze lieve heer… zonder dat je je nu direct in navolging van de tekst van deze cantate meteen hoeft te verheugen op het einde van ons aardse bestaan. Integendeel zou ik zeggen, je krijgt er levensmoed en -vreugde van.
Liever dan het vergelijken van de prestaties van de helden van het concertpodium zou het Lassus zijn als er nu eens een (radio?)rubriek kwam die ons, onwetende luisteraars, aan de hand van uitvoeringen probeerde te verklaren wat er de oorzaak van is dat deze en zo veel andere klanken ons zo kunnen ontroeren… waar schuilt toch het geheim dat muziek is? Iets van wat ons treft in melodische, harmonische of ritmische wendingen, in klank, timbre, ja, in stilte, moet toch te verklaren zijn? Natuurlijk, uiteindelijk een kansloze opgave, maar alleen al de poging kan de moeite waard zijn!