Column

Lassus: Hemel

Gelovig of niet (meer), wie mist er niet de warmte en de verwachting die je als kind had als de kaarsen in de boom voor de eerste keer werden ontstoken en er op kerstavond even werd stilgestaan bij de aanleiding van het kerstfeest (zij het dat een vader of moeder een verhaal voorlas, of dat je zelf een kerstliedje mocht zingen).

Ja, kinderen die zingen, dat roept die sfeer weer op. Lassus was aanwezig bij de uitvoering van de kinder-kerstcantate ‘Het Blijde Uur’ van Sas Bunge (1924-1980) waarin traditionele kerstliederen worden afgewisseld met instrumentale intermezzo’s in een eigentijds muzikaal idioom, en meteen al bij het begin werd hij (en niet alleen hij) getroffen door de stralende, heldere klank die uit de kelen van bijna vijftig (Vrije-School-)kinderen kwam.

Vooraf hadden ze werkelijk vlekkeloos zuiver en met perfecte inzetten a cappella het aloude ‘Nu sijt wellecome’ in een vierstemmig canon gezongen (en waarachtig, de hemel, die toch eigenlijk voor bijna niemand meer bestaat, ging zowaar op die avond een beetje open!)

‘In den beginne’ was er dan wel het woord, maar direct daarna kwam de ‘muziek der sferen’, en het is niet zonder betekenis dat al die prachtige Italiaanse renaissance-schilders en beeldhouwers hun engelen uitrusten met harpen, vedels of fluiten. Muziek is de meest immateriële kunstvorm die er is – daar klinkt zij, maar waar blijft zij?

‘Het Blijde Uur’ was heel, heel veel langer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Privacy Preference Center