Column

Lassus: Ineens

De ‘rode doos’ in Utrecht is een tijdelijke concertzaal die dienst doet zo lang ‘Vredenburg’ niet vernieuwd is. Het gebouw ligt buiten de stad, verborgen tussen talloze snelwegen, maar toch arriveerden wij op tijd, zij het in een wolkbreuk. Waarom is het loket voor de kaartverkoop buiten het gebouw in de openlucht gesitueerd? Tot de laatste plaatsen achteraan, die ons waren toegewezen, hing in de zaal een geur van natte windjacks vermengd met zweet, veel oude-muziek-liefhebbers zitten blijkbaar liever op hun doorweekte jas dan dat zij deze voor een paar centen aan de vestiaire toevertrouwen.

Desondanks beginnen wij opgewekt te luisteren naar de afsluiting van het festival oude muziek, met de Maria-Vespers van Claudio Monteverdi, in zijn jonge jaren (eind 16e eeuw) altist en componist aan het hof van Mantua, en later de baas over de muziek (maestro di cappella) in de San Marco in Venetië—in die tijd wel de mooiste functie die een musicus in Italië kon bekleden. Het meesterwerk wordt prachtig gespeeld en gezongen—maar helaas, wij zijn ook maar een mens. Gaandeweg verslapt onze aandacht: bijna twee uur gaat dat door, zonder enige pauze, wat denken ze wel? Wij worden immuun voor de schoonheid, wij willen koffie en frisse lucht, en wij hebben ineens genoeg van al die freaks om ons heen voor wie Vivaldi en Monteverdi en Sammartini en Jommelli en Corelli en noem al die i’s maar op, goden zijn, en Ton Koopman hun profeet, wij hebben genoeg van al die vreselijk slecht geklede vrouwen die nog nooit een streep lipstick hebben gezien, van al die mannen met die kleine tassen die dwars over hun lichaam hangen (het veel te dikke festivalboek zie je eruit puilen), wij hebben genoeg van de dikke dame die voor het ensemble op steeds dezelfde manier de maat slaat terwijl ze af en toe ook nog aan de snaren plukt van een krankzinnig grote luit die ze heeft aangegord—en, wij durven het nauwelijks te bekennen, wij krijgen ook genoeg van Monteverdi.

Doe nooit wat wij deden, ga nooit de zaal uit, voordat het applaus is afgelopen, zelfs als het zo mateloos is als nu: het leek wel een opera, iedere zanger, iedere musicus kwam nog weer apart het toneel op. Maar wij verlangden naar buiten, naar dingen die niet mogen, naar roken, naar drinken, naar eten, naar onzin, zelfs naar al die andere muziek waar wij niet van houden. Kul-tuur kan ineens te veel zijn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Privacy Preference Center