Citaat uit de NRC van vandaag [15-04-2008]: “Zelden klinken zijn [Beethovens] pianotrio’s zo geanimeerd en diepzinnig, zo schitterend van toonkwaliteit en balans, zo enerverend van spanningsopbouw en beweging, zo helder en subtiel, maar ook zo eensluidend, woest en indringend…” en zo gaat dit opgefokte proza nog even door, ik zie in de volgende vier regels nog een tiental typeringen als ontzagwekkend, sereen, metafysisch, briljant, hallucinerend, kosmisch, maar ook komisch, kolkend en speels…
Ja hoor, rustig maar, kan het niet wat minder? Wat heeft de gemiddelde krantenlezer aan dit verslag van een kamermuziekavondje in de Kleine Zaal?
Musici worden al gauw als acrobaten, dompteurs en illusionisten gezien, met het verschil dat hun vaardigheden niet dienen om aan rekstokken te zwaaien of speelkaarten te doen verdwijnen, maar om geluid te produceren. Over dat geluid schrijven is moeilijk, moeilijker nog dan over de kleuren van Rembrandt of de woorden van Mulisch, want ach, het is al duizend keer gezegd, muziek is de meest abstracte kunstvorm: zo is de klank er, zo is-ie weg. Uit onmacht of gewoonte neemt de recensent – toegegeven, zijn of haar taak is vrijwel onmogelijk – dan maar zijn of haar toevlucht tot dit soort teksten: overdrijving en persoonsverering passen goed in onze tijd.
In het verhaaltje, het “verslag”, wordt dan ineens het Adagio cantabile uit Op. 1 No. 1 genoemd. Als dat er dan uitgelicht moet worden, leg ons dan, als het kan in gewoon Nederlands, uit waarom dat een âmooiâ stukje muziek is, vertel ons iets over de totstandkoming, over de structuur, over het eigene, over de aard van melodie of harmonie. Laat al die hoogbegaafde musici, Russisch of niet, wonderkind of niet, Brendel of niet, maar even voor wat zij zijn. Geef ons voorlichting, feiten; meningen hebben wij (zelf al) genoeg. Ga niet loeien, maak kunst niet nog meer tot Kunst dan kunst al is. Daar bewijst u de kunst geen dienst mee. En de 200 lezers van de NRC die bij het concert waren, ook niet. En de 298.800 lezers van de NRC die er niet waren, al helemaal niet.