Cellist in de orkestbak, vijfde lessenaar, zaterdagavond 20 september 2008, 23.30 u, na afloop van de opera Die Frau ohne Schatten van Richard Strauss:
‘Die Lassus kan nu wel mopperen over het lawaai van popmuziek, maar hier kunnen we er ook wat van. Wat een herrie achter me, die hoorns, trompetten, trombones en daar achter nog het slagwerk – en waarvoor in ‘s hemelsnaam? Voor een onzinnig verhaaltje van een vrouw die geen schaduw heeft en daarom geen kinderen kan krijgen!’
Één grote nonsens hierboven op het toneel, met allemaal namaak-symboliek, terwijl ik toch goed-gelovig ben, zeker als het om opera-verhaaltjes gaat! enfin, ik kan het van hieruit toch niet zien en heb m’n handen vol aan al die noten! Hard werken, de hele avond, voor iedereen.
Die man op de bok, Marc Albrecht heet-ie geloof ik, mag wel even worden genoemd. In maten en soorten maken we ze mee, die dirigenten, ijdel, nors, popi-jopi, maar deze is van de beste soort. Alles heeft-ie in de smiezen, en hij inspireert je ook nog! Hoogste klasse. Jammer natuurlijk dat ik de mooie cellosolo niet mocht spelen, nou ja, eerlijk is eerlijk, de solocellist deed het prachtig, maar ik zou het ook wel kunnen, hoor! Overigens blij dat de voorstelling nog maar één keer gaat! geniale muziek, dat wel, maar eigenlijk harteloos, liefdeloos, je voelt je gemanipuleerd. Het verbaast me niet dat die Strauss een vriendje van Hitler was!
Muziek is als de mens. Oneindig zijn haar nuances.