Column

Lassus: Leeg

Meer dan duizend jaar nadat het gregoriaans tot bloei kwam, is het voor velen van ons moeilijk deze muziek te waarderen. Haar functie bestond ook niet in het wekken van esthetische gevoelens. Zij was volledig verbonden aan en in dienst van de instituties die er uitsluitend op gericht waren de christelijke godsdienst in al haar facetten te belijden en te beleven. In die zin was (en is) muziek eerder zoiets als een gebed of een bijbelwoord dan een autonome uitdrukkingsvorm, laat staan kunstvorm. Luisteren naar deze klanken kan ons, naast een mogelijke religieuze beleving misschien wel verplaatsen in hem of haar die toen bij de dienst aanwezig was, en op die manier misschien iets beleven van wat zij ondervonden. En daarbij is een zuiver muzikale ervaring zeker niet uitgesloten.

Hildegard von Bingen (1098-1179), de abdis van een klooster bij Trier had vanaf haar derde jaar visioenen, maar besefte op haar 42e jaar in een flits dat zij in een geestelijke wereld schouwde. ‘Een veertje op de adem Gods’ noemde zij zichzelf – maar wat was zij niet allemaal, behalve dat veertje? Ze was biologe, toneelschrijfster, dichteres en componist. Zij schreef een groot aantal flamboyante mystieke verzen en zette die op gregoriaanse zang in vrije, lyrische stijl.

Vergeet dat je ooit muziek hebt gehoord, vergeet alle Beatles, alle Beethovens en Bachs en ga duizend jaar terug. Ga zitten op een bank in het klooster van Rupertsberg en maak je leeg. Helemaal leeg. Luister naar haar ‘sequentias’ en ‘hymnen’, op een Hyperion-cd van ‘Gothic Voices’ met o.m. de werkelijk hemelse stem van Emma Kirkby. Als je maar een fractie beleeft van wat Hildegard mocht zien en horen, ben je een gelukkig mens.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Privacy Preference Center