Voor ons waren – ik spreek van een jaar of dertig geleden – de strijkkwartetten van Bela Bartok een ondoordringbaar oerwoud van klanken. Was dat muziek, zo cru, zo dicht en meedogenloos van klank?
Toen ons clubje amateurs de eerste maten van het eerste kwartet (uit 1914, nu alweer een eeuw geleden!) produceerde, begon een reis die lang heeft geduurd. Het eerste, het tweede en het zesde kwartet, op ieder werk hebben wij een jaar lang geoefend, maar wij hebben ze tot ons eigendom kunnen maken. Natuurlijk, wij hebben ze zelden of nooit in het openbaar ten gehore gebracht, maar wat een verrijking betekende het om de taal van Bartok te kunnen lezen en begrijpen! En daardoor ontdek je ook in de oude, vertrouwde muziek weer nieuwe schatten.
Vorige maand zag Lassus een grote tentoonstelling van het werk van de beeldhouwer Alberto Giacometti, ieder kent ze wel, zijn spichtige, lange figuren. Veel liefhebbers van moderne kunst zien de grootheid van zijn werk (dat op veilingen dan ook miljoenen opbrengtâ¦). Ons is dat nog niet gegeven. Veelal komt de waardering pas na lange oefening en volharding, een enkele keer slaat de bliksem in, maar er blijft werk dat zich niet gemakkelijk aan je openbaart. Dat hoort bij de tijd waarin wij leven.