Column

Lassus: Ordi’s

En dan ineens – wie zegt dat hij of zij het niet ook wel eens beleeft, kent zichzelf niet of jokt – ineens hebben wij, zonder enige uiterlijke aanleiding, schijt aan al dat nobele, hoge, edele van de mooie, mooie, goddelijke en prachtige en nog prachtiger muziek en dan verlangen wij naar lekkere platvloerse hap met zinnelijk gezwijmel en stompzinnige beat. En waarom ik dan niet aan dat verlangen toegeef, dat antwoord mag de psycholoog geven: vader, moeder, dominee of pastoor, hij zoekt het maar uit. Hier is een gedicht van Anton Korteweg waarin zijn liefste muziek mooi wordt beschreven.

Smaak

De liefste muziek blijft toch die
waarbij je afwassen kan,
ouderwets, zonder machine,
met teiltje en afwaskwast.

Lepels tegen een kopje,
geplop, gerinkel van glaswerk,
een botsend bord, vallende vorken
doen er geen afbreuk aan.

Ik kom dan al snel terecht
bij Carmen, Bolero, Liszt, Traviata, Eroica,
maar Mahler gaat me te ver.

dik bovenop, vettig, tering,
let niet op een haaltje extra,
luid, schmierend, duidelijk.

lekkere, hoerige ordi’s
niet om aan te horen zo plat,
die doen het bij mij altijd wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Privacy Preference Center